Het bloed droop uit haar hand en uit haar voet
aan ied're kant een spoor van lopend leed.
Ze leed een pijn waar niemand iets van weet
maar zweeg gedwee. Was zij het of haar bloed

dat stierf, die stierf en weer ontsprong als vloed,
als wassend water, zij, zo hoog, zo breed,
zo diep, die nooit een ander bloeden deed
zij heeft een onverdiende straf geboet.

De wind zingt letters van haar naam, heel zacht
en bomen schrijven klinkers van haar lied.
De zee bespiegelt 's avonds laat haar pracht

als zonlicht in het westen vonken schiet.
Heeft iemand ooit een hoger naam bedacht
dan haar naam? -Heb me lief. Meer niet.
Lieve Steenberghs