Ze loopt aan mijn hand
en ze vraagt: ‘Opa ijsje?’
Mijn kleindochter is alweer twee
Dan word ik verleid
door de blik van dat meisje
en ik zeg: ‘Kom, ga met me mee.
Daarginds staat een kar,
waar je ijsjes kunt kopen,
daar bij die man met die pet.’
Ze trekt aan mijn hand
om wat harder te lopen
Ze lacht en ze kiest een ‘raket’.
 
Ze sabbelt en babbelt,
het ijsje gaat lekken.
Ze kleeft en ze plakt waar ze staat
Dan voeren  we samen
heel lange gesprekken,
maar zij is het meest aan de praat.
‘Konijntje is lief
net als opa en oma.
maar het vosje is stout.’
Ik voel me gelukkig,
met mijn kleine meisje
waar ik zo ontzettend van houd.
 
Het ijsje is op
ze geeft me het stokje
en ik krijg een klev’rige kus.
De tijd vliegt voorbij
en ik kijk op mijn klokje,
we gaan weer naar huis met  de bus.
Ik zit voor het raam
en ik zeg: ‘Kijk daar schapen
dat is een kudde, wat groot’.
ze hoort en ziet niks
want zij ligt te slapen,
doodmoe bij mij op mijn schoot.
 
Wat ben ik gezegend
om dit mee te maken,
een niet te beschrijven genot
Dat zo’n klein meisje
me zo diep kan raken,
dat dierbaar klein schepsel van God.
Dan aai ik vertederd
door ’t haar met twee staartjes,
wat is het leven soms fijn
‘Geef mij Lieve Heer
als het kan nog wat jaartjes
ik wil nog graag lang ‘opa’ zijn’.