Een zaaier gaat zaaien,
strooit zaad om zich heen,
al biddend, soms wenend,
de groei is aan Eén.
De hoorders, zij horen
het Woord van de Heer,
geschreven, gesproken,
gezongen temeer.
De Geest maakt het levend,
Zijn werk is als wind,
al komend en gaande,
de Heer goed gezind.

Het zaad dat wij strooien,
ontkiemt op Gods tijd,
wij blijven geloven,
tot zaaien bereid.

Psalm 126:5 - Markus 4:3,20
Johannes 3:8; 16:13 - 2 Korinthe 3:6