Als de nevelslierten,
mij in mijn eenzaamheid omringen.

En rond mij een mooie draad vlechten.
Dan kan ik de blik op  de natuur niet loslaten.

De ochtendzon komt mij heel traag opzoeken,
om mij in de nieuwe morgen te omarmen.

Om mij te verlossen uit één eenzame cocon .
 ''Ik droom''en zie God zittend op een wolk... en ik ontwaak.

Hij heeft mij gezelschap gehouden vannacht!
dat  weet ik.. Hij waakt en  laat mij niet alleen .