Ik loop door een dal, verlaten alleen
rondom mij zijn de heuvels zo hoog
ik vraag me af: hoe kwam ik hierheen
en hoe stijg ik ooit weer omhoog?

Steil is het pad, broos de houvast
en mistig lijkt me ieder uitzicht.
Boven mij hangt een loodzware last
waarvan ik niet kan schatten 't gewicht.

De nacht ontvouwt zich als een donkere waas
ook maan en sterren doven hun licht.
Wist ik maar dat er iets is dat baat
of is het juist daarom dat ik nu bid?

Ik loop door een dal, verlaten alleen
met mijn wanhoop weet ik nergens waarheen
maar ver, heel ver, heeft iemand mijn schreien gehoord
en De Herder brengt me weer naar een veiliger oord!
Casier Greta