Ik leefde steeds met een uitzien in mijn leven
Dat de Schepper ons een kleine wilde geven.
Heel veel hebben wij hier samen om gebeden
Ook al werd ons uitzien zeker flink bestreden.

Na een paar jaar leek het dat ik moedeloos werd
Toen werd het nog vuriger mijn stille gebed:
“Bekroon ons huwelijk met de kinderzegen…
Geef geduld in deze beproevende wegen!”


Toch kon ik het maar zo moeilijk overgeven
Ik dacht wel eens… er is toch veel meer in ’t leven?
Ja! maar dan overviel mij toch de eenzaamheid...
En kon ik soms zelfs bij m’n man m’n nood niet kwijt.

Het is voor een vrouw zulk een gevoelige zaak
Ik hoorde het in mijn dichte omgeving vaak:
“Ik ben zwanger”! “Wij verwachtten weer een kleine!”
Op zo’n moment kon ik van verdriet wegkwijnen.


Elke maand bleef toch het grote uitzien bestaan
En brak de spannende periode weer aan:
Was de eicel soms bevrucht - nieuw leven ontstaan?
Of moest ik deze hoop ook nu laten vergaan?

Wéér ongesteld? O! dan stortte mijn wereld in
Dan had ik zelfs even in het leven geen zin.
Het was funest voor mijn dosis zelfvertrouwen
Hoe moeilijk was het dan tóch Hem te vertrouwen.


Goed bedoeld zegt een bekende: "Het komt wel goed!"
Of een vriendin zegt: "Je weet toch wel hoe het moet?"
Dit brengt mij helemaal van streek en ik sla dicht
Sprakeloos rollen de tranen van m’n gezicht.

Ik zie op een kast een mooie geboortekaart
Dan denk ik ligt het nu alleen maar aan mijn aard?
Dat ik moeite heb om een afspraak te maken
Omdat ik zeker weet dat het mij zal raken?


Heere, ik weet niet hoe ik mijn kruis moet dragen.
Het is voor mij zo moeilijk om niet te klagen.
Ik zie veel baby’s en kinderen om mij heen
En wij zelf hebben er tot nu toe nog geen één.

Voor m’n gevoel ga ik zo eenzaam door ‘t leven
Ook al heeft u mij een lieve man gegeven.
Open de baarmoeder en geef een bevruchting…
blijft in beproeving toch mijn stille verzuchting.