aan
gestoten
af
gesloten

*
geminacht en gemeden
werd hij door de mensen
[jes. 53:3]
*

telkens
is het er, ‘t harde
oordeel der mensen
die zich kennelijk te sterk
aan mij alleen met mezelf
hebben gestoord. zij klinken
doorheen de tijd in koor, ik krijg
het refrein keer op keer op zeer te horen,
te min, je sluit je uit je buiten, ‘t heeft geen zin,
wij danken onze handen van je af, beter dat een
hier weg moet dan dat heel de groep dat met je doet.
verlatenheid dragen zij aan en kijken afstandelijk niet
langer begaan. door starende ogen gestoken, gade
geslagen, schamper onthaald aan de schandtaal
genageld, ben ik voor hen slechts het resterend
‘red jezelf'. ach wijzer man van smarten, heb jij
geduld met mijn schuld? waarom heb je jouw
jonger morgen niet aan mij onttrokken?
hoe zeer zijn wij zij aan zij benard
in onze armzalig lijf gehuld.
hoe ben je mij gehoord
toch zo ongekend
van harte.

(week van het autisme)