Zij hield niet zo van boterbloemen
en zeker niet van fluitenkruid.
Laat die maar lekker buiten bloeien
want binnen valt dat spul zo uit.
Maar Madeliefjes vond ze fijn
omdat die zo bijzonder zijn.
Bij ieder bosje sprak ze blij
oh, zijn die allemaal voor mij?

De dag waarop ze werd begraven,
was droevig en toch ook weer blij.
De kleintjes hadden zo lang stil gezeten
en huppelden nu aan haar kist voorbij.
Ze strooiden met hun kleine handen
veel madeliefjes op het graf.
Zij heeft vol liefde op hen neergekeken
omdat zij zoveel om die kleintjes gaf

en ik herinnerde mij weer
haar lieve lach, wanneer ze zei
bij zoveel kleine madeliefjes:
"oh, zijn die allemaal voor mij"?
jannie de paauw