Het zou de laatste keer zijn
dat ik met jou mocht werken
die mooie dag.

Ik nam je mee naar buiten
de grote, stille tuin in
alleen met jou.

Meer als de vogels floten
hoord ‘ ik jouw gekreun
tot in mijn ziel.

Je lijfje leed zo’n felle pijn
ik zag het aan je ogen
zo vol van leed.

Je zat maar in je rolstoel
verkrampt tot in je ziel
dag in dag uit.

Ik keek omhoog naar Vader
en bad hardop: 'Waarom?'
gevuld met smart.

Ik snapte niet dat lijden
dat jij lijden moest
de hele dag.

En plots was daar dat antwoord
van de Vader zelf
op deze dag.

door 't blinde van je ogen heen
keek je verlicht omhoog
Je zag jouw eigen Vader.

Hier kon geen toeval nog bestaan
Hij scheen op jou
dat licht was van Hem zelf.

Ik bracht je weer naar binnen
wel weerloos in je stoel,
niet los van hoop.

Alsof het zo gebeuren moest
mocht 'k met jou op de foto
precies die dag.

Ik ging naar huis en werd gebeld
je was naar Huis gegaan

diezelfde dag…
Annemarie Verdoes