Stil is het in de kamer,
stil is het in zijn bed,
bewegingloos,
zo onnatuurlijk,
dit is niet meer je echtgenoot,
hij is niet hier,
niet meer,
dit is wat overbleef,
hier is hij uitgegaan,
in Zijn gezelschap
Gods vrede ingegaan.

Stil is het in de kamer,
Stil is Hij met ons.


Voor F.