De schoot, waarin God mij als een borduursel heeft gemaakt,
is in het stof gelegd tot op de jongste dag.
De handen die mij droegen liggen stil, voorgoed,
en in mijn oren klinkt de echo van haar stem, haar lieve lach.

Mijn tranen zijn nog lang niet opgedroogd,
de diepe rouw laat zich door niets verdringen.
Mijn jammerklacht klimt ijlings naar omhoog,
vervliegt in bitterzoet' herinneringen.

Mijn God, u kent mijn pijn en mijn verdriet,
‘k schreeuw in mijn nood tot U, ach, help mij dan;
ik houd U aan Uw woord: dat U kunt troosten
meer dan een moeder troosten kan …


Ps. 139:13-16 | Ps.27:10 | Jes.66:13
09-09-2021