Ik strijk met mijn handen langs de stoffen
en kies met zorg de kleding uit
die ik dragen zal tijdens de rouwdienst
en de begrafenis, ‘k voel me van binnen koud.
 
Dan sluit ik aan in de rij bij de kassa
de verkoopster haalt mijn kleding van het haakje
zegt vervolgens “veel plezier met uw aankoop”,
zoals altijd, maar nu raakt het me.
 
Zij kan niet weten waar ik het straks zal dragen
en dat ik daar beslist geen plezier beleven zal,
maar diepe droefheid om wie ik los moet laten
terwijl ik ronddool in mijn tranendal.
 
Eenmaal buiten bal ik allebei mijn vuisten
knijp uit alle macht in het handvat van de tas
mijn hart schreeuwt het in onmacht uit
naar Vader die er toch altijd voor me was.