Al kon ik vlieden en
opwieken wegvliegen
ver als op vleugels
gedragen naar wie

ik was bij U en uw
hand hield mij vast; hoe
waart Gij nabij als
geen ander om niet.

Gij laat mij schuilen -
een vogel bewogen door
vreugd en verdriet die
in weer en in wind

bij U geborgen in
heldere morgen het
lied van het leven
in lichtglans bezingt.

In memoriam S.

Laat mij als een kleine vogel schuilen mogen
waar G'uw vleugelen om mij slaat (Psalm 61:3)