Abraham, Ik wil je geloof beproeven
Zonder je nu te willen bedroeven.
Heere, zie hier ben ik, zei Abraham
Nog niet wetend met wat voor boodschap Hij kwam.

Ik wil dat je je zoon die je lief hebt, neemt
en ook al klinkt je dit nu nog zo vreemd:
Offer je zoon in het land Moria
neem alles mee wat je nodig hebt en… ga!

Abraham sprak geen enkel woord meer maar ging...
ook al wist hij dat hij aan Izak hing.
Abraham nam alles mee voor de tocht
terwijl hij naar antwoorden op vragen zocht.

Izak vroeg: “Vader, we hebben hout en vuur
maar waar is ‘t lam voor het komende uur?”
“Hij zal voorzien in een offerande
ook al hebben we nu nog niets voor handen.”

Toen bouwde hij voor de Heere een altaar
Izak er boven op raakte een snaar.
Hij nam het mes om zijn zoon te slachten
terwijl hij vervuld was met veel gedachten.

“Abraham, Abraham,” klonk het toen ineens…
Was de Heere het hier toch niet mee eens?
Ook nu zegt Abraham: “Zie hier ben ik!”
Al zal zijn hart zeker vervuld zijn met schrik.

Maar Zijn woorden vloeiden als zachte balsem
In het teneer geslagen hart van hem.
“Strek uw hand niet uit maar laat hem leven.
Ik zie dat je zijn leven wilde geven.”

“Zie hier ben ik” sprak Abraham tot drie keer
Zeggen wij het ook: Zie hier ben ik, Heer?
Hebben wij Zijn stem ook steeds zo geacht…
Zwijgzaam en volgend, uitvoerend Zijn opdracht?

Deze bereidwillige gehoorzaamheid
is tot een groot voorbeeld in onze tijd.
Leggen wij ook alles op het altaar?
Of is ons hart dikwijls vervuld met een maar…?