Hij kon niet wachten op zijn vaders dood.
De drang naar macht en rijkdom was te groot.
Hij nam het deel wat hem de vader gaf.
Noem het verkwistend, onbezonnen, laf.
Hij liet zijn vader achter, leeg, verslagen
en met een last, die nauw'lijks was te dragen ...

Zijn leven was van toen aan, één groot feest.
Plichten, werk, al 't zwoegen was geweest.
Na jaren voelde hij zich eind'lijk vrij.
En, nieuwe vrienden stonden in de rij!
Hij was de held, bij elkeen in de gratie.
Maar ... met zijn geld, slonk ook z'n reputatie!

Want met zo'n levenswijze kwam allicht
de bodem van de schatkist snel in 't zicht.
Voeg daarbij nog een zware hongersnood,
niks feesten, maar ontbering, honger, dood ...
Eens rijk, begeerde hij z'n buik te vullen
met varkensvoer, ja, afgedankte spullen.

En in de diepste diepte van de nacht,
was het, dat hij weer aan zijn vader dacht.
En zó, geen zelfrespect meer en geen thuis,
vond hij de weg weer naar het vaderhuis.
Waar vader al verlangend op hem wachtte
en blij 't gemeste kalfje voor hem slachtte!

Verhaal, door Jezus eenmaal zélf verteld.
't Gaat om een Vader, die geen oordeel velt.
Maar die ons, afgedwaald, verguisd, ontheemd,
steeds weer vol blijdschap in zijn armen neemt.
In liefde, ónvoorwaardelijk, nooit hálf,
bereidt Hij haastig het gemeste kalf ...