Je was de grens over
op weg naar mijn hart
in gedachten zat Je
bij de bron van Jacob.
meer was er niet
wat we samen hadden
ik schrok van Je
alleen wilde ik zijn
gewoon met mezelf

je vroeg me om water
nam weer een grens
verward draaide ik
overal omheen
maar elk woord van Jou
was sprankelend en
tintelend van leven
Je keek naar me op
ik op Jou neer
levend water kwam
zoals bij Mozes ooit
met zijn stok op de rots
tastend en zoekend naar
de zwakke plek

zoals stenen breken
zo brak Jij mij
door Jouw woorden
met het gevoel
van eindeloze eeuwigheid
nooit meer dorst
liet ik mijn kruik staan


(vrij naar Johannes 2)