Snel gaan haar voeten
door het natte gras,
het is nog nauw'lijks licht.
Koud koelt de ochtend wind
de tranen op't gezicht
van haar
die liefheeft en die lijdt
zo bitter tranen schreit
om wat ze heeft verloren.

Verblindt in haar verdriet,
verstaat, begrijpt zij niet
totdat
Zijn liefdevolle stem
het Licht laat overwinnen.
Hij noemt haar naam
Zij antwoord Hem:
"Raboeni."

Hij is haar Heer.
Nu nog veel meer
dan voor het bitter lijden.
Hij leeft, Hij leeft.
Hij overwon,
om allen te bevrijden
die net als zij
geroepen zijn
en willen horen.