Heere, ik zal U niet willen verlaten
U nooit in mijn leven willen haten.
Ik zal steeds voor Uw Naam en werk instaan
en zelfs voor U de dood in willen gaan.

Petrus, al wil je dit nog zo graag, mijn kind!
En ben je Mij dikwijls zo welgezind!
Je zult niet bij Mij blijven in de strijd
en blijven staan in je eigen zwakheid!

Petrus, je zult doen alsof je Mij niet kent
en alsof je nooit bij Mij geweest bent.
Je zult die keer niet de waarheid zeggen…
maar je bij grote leugens neerleggen.

Petrus, totdat driemaal de haan zal kraaien
en jij je hoofd zal moeten omdraaien!
Dan zal je daar zo schuldverslagen staan
en roepen: Heb ik dit Hem aangedaan?

Heere, ik zal U niet willen verlaten
U nooit in mijn leven willen haten.
Ik zal steeds voor Uw Naam en werk instaan
en zelfs voor U de dood in willen gaan.

Petrus… ken jij Jezus, was jij ook met Hem?
Volgde jij Hem, luisterend naar Zijn stem?
Nee, ik ken Hem niet, ik weet niet wie Hij is.
Ik was niet bij Jezus, dat is gewis…!

Gelijk na de derde keer…. kraaide de haan…
en voelde Petrus zich zo schuldig staan….
Had Hij gezegd wat Jezus had voorspeld?
Niet de waarheid aan anderen verteld?

Bitter wenend verging Petrus van verdriet…
Was hij het, hij het! die Jezus verliet?
Hij wilde alleen nog maar hard vluchten
om daar buiten diep te kunnen zuchten!

Petrus, in je eigen kracht kan je niet staan!
Dan zal al je geloof en hoop vergaan…
Maar toen jij zwak was heb Ik gebeden…
en in aanvechting voor jou gestreden…

Loop niet vooraan… maar kom achter Mij aan
want in je eigen kracht kan je niet bestaan…
Dan ben je steeds tot alle kwaad in staat
totdat je eigen ‘ik zal’ er aan gaat!

Wie blijft er dan over? Jij of Ik alleen?
En is het Christus, want waar anders heen….?
Gij hebt de woorden van ’t eeuw’ge leven
en mijn zware schuld willen vergeven.

Petrus… wat is er voor jou op de aarde?
Wat heeft er in je leven meer waarde?
Is het alles wat jou aan Mij verbindt?
En heb jij Mij lief? Ja! Mij lief, m’n kind?

Heere, Gij weet hoe dat ‘t alles in mij leeft…
dat ‘t aardse haar waarde verloren heeft.
Dat IK niet meer zal leven, maar Uw kracht…
in mijn zwakheid steeds zal worden volbracht….

Vanuit mezelf ben ik tot niets goeds bekwaam
maar nú vertrouw ik alleen op Uw Naam.
Dan is er troost, verwachting en uitzicht....
dan is er zelfs in de duisternis, licht!

Dan zal Gods Koninkrijk worden voortgeplant!
Zijn Naam worde uitgebreid in ons land.
Dan zal God ons roepen tot Zijn arbeid…
en bij ons blijven tot in eeuwigheid!