Daar staat ze dan
midden in de kring,
de reden waarom is
dan ook niet gering,
door de oversten
bij Jezus gebracht,
eens kijken hoe Hij
over deze zonde dacht.

Zij is schuldig daar
weet ze alles van,
maar waarom zij hier
wel is niet de man,
bang en beschaamd
slaat ze haar ogen neer,
hoe nu verder
ze weet het niet meer.

Op de vraag: “Wie zonder
zonde is werpe de eerste steen”,
gingen de mensen weg en
bleef ze met Jezus alleen,
Met de woorden ’ga heen
en zondig niet weer’,
is ze weer snel naar
haar huis gekeerd.

Johannes 8:1-11