Daar zit zij
en zij denkt eraan,
hoe het afgelopen
jaar is gegaan,
een periode
met veel verdriet,
en af en toe gelooft
ze het nog niet.

Haar man werd
van haar afgenomen,
mocht Thuis bij
zijn Vader komen.
Iedere dag voelt
zij verdriet en pijn,
dat ze nu niet meer
samen mogen zijn.

Vele jaren hadden ze
van de Heere gekregen,
en hadden een
mooi huwelijksleven,
dit is voor haar
nu verleden tijd,
maar de herinneringen
raakt ze nooit meer kwijt.