Als ze naar haar zus keek
zag ze gebroken glas
dat door de jaren heen
nog meer gebroken was

Ooit had ze mooie dromen
dat alles goed zou komen
zij had van jongs af aan
daarvoor haar best gedaan

Ze wilde samenvoegen
maar tot haar ongenoegen
zag zij alleen maar glas
dat stukgebroken was

Hoezeer ze ook probeerde
de lessen die ze leerde
toonden haar steeds weer
de scherven van weleer

Waar zijn pa's sterke armen
de moeder die haar warmde
waar is haar zus gebleven
is dit hoe men wil leven

Zij niet! Zij wilde beter
en kromp geen millimeter
zij zag aan haar eigen glas
dat het beschilderd was

Ze zocht de scherven bij elkaar
sorteerde ook de kleuren maar
en vatte dat heel mooi in lood
het raam werd sterk en groot

De nuances van de kleuren
bleken goed bruikbare deuren
die toegang gaven tot het leven
dat God haar had gegeven

Ze zag de glashoop van haar zus
zonder begin of einde
een chaotisch grote klus
terwijl haar zus wegkwijnde

"Kijk!" riep zij: "Jouw glas heeft kleuren!
Kom, we zetten het in lood."
Maar dát zou nooit gebeuren
haar zusjes hart was dood...

Corry van Emmerik-Koenekoop