Zij leven in een roes maar
moeten doorgaan,
maar steeds zien zij
die ene lege stoel staan.

Een man, vader en opa
die er niet meer is,
zij moeten nu
leven met dit gemis.

Vanmiddag zijn ze nog
naar zijn graf gegaan,
en zagen een bordje
met zijn naam staan.

Hier voelen ze ook 
het verdriet en pijn,
omdat hij niet meer
hier op aarde mag zijn.

Maar één ding mogen
ze nu wel weten,
dat hij voor eeuwig bij
Zijn Vader mag wezen.