Ik had pijn, ik had verdriet
en wilde vergeten, vergeten zoveel
maar het lukte, het lukte niet,
Ik trok naar vreemde landen
en dacht : daar lukt het me wel
naar hogere bergen, wijdere zeeën
bredere en langere stranden...
Ik ging en ging maar verder door
toen ik plots iemand vermoedde
In mijn spoor
en toen ik verzeild zat in het zand
voelde ik op mijn schouder,
een hand , een stem die zei:
vlucht niet voor uw kruis
zoek de weg terug naar het Vaderhuis
Het staat heel dichtbij,
Hij houdt u staande aan Zijn zij
en het was of ik plots stond
weer op mijn eigen grond
de zon van liefde scheen op mijn hoofd
ik had in Zijn Woord geloofd!