voor P., bij een miskraam

Nog ving niet de morgen aan
toen een parelwitte vlinder
even neerstreek
even opkeek
zomaar
bij het open raam.

Witte parel zonder naam
die uit je cocon gekropen
nieuw de dag mij deed verhopen
dageraad in mijn bestaan.

Vlinder, was ik met jou saam
naar de einder uitgevlogen
'k zou je kennen bij je naam

meetrekken in vaste baan
naar Wie in zijn mededogen
ginder jou in licht doet gaan.