het is vandaag de laatste dag van 't jaar
tweeduizend drie en twintig, 't gaat voorbij
zie, wat de Schrift ons zegt: verblijd u maar:
al uw tijden zijn in de hand van Mij

die tijd wordt omvat door de eeuwigheid
dat alles is in God's vaste handen
Hij heeft het zo voorzien en toebereid
voor u en mij, in de verste landen

dan gaat het op de Hof van Eden aan
the paradise regained, zo zal het wezen:
de aardse tijden die zijn weggedaan

zo mogen wij naar Jerusalem gaan
onze naam in ' t Boek des Levens lezen
om eeuwig rondom de Heere te staan

bij : I Thessalonicenzen 4 : 17;
Prediker 3 : 14 en 15