Weer is een week voorbij gegaan
Zeven dagen, een volheid van tijd
Is opgegaan in de eeuwigheid
Nu blijft de herinnering bestaan.
 
De Heer zegt tot ons in Zijn Woord,
Geloof in Mij en zegt het voort.
Maar wat zal ik, met schuld belaan,
Tot Zijn eer uit mijn mond doen gaan?
 
Ik weet geen zinnig woord te spreken
In eigen kracht. Heer geef een teken,
En maak mij vol door Uwe Geest.
'k Ben nog nooit zo bereid geweest,
 
Om ’s Heeren eer te melden, nu
Aan jong en oud en ook aan u.
Om met gebroken hart en stem,
Te spreken van de kracht van Hem.
 
Te zingen van mijn eeuwig huis.
Daar is de nacht voorbij, het leed vergeten.
‘k Mag tot Hem komen met mijn last
Hij geeft mij rust, dat weet ik vast.
 
Mijn wegen zijn nu in Zijn hand,
Hij draagt mij naar het Vaderland.
De weg kan moeilijk zijn en lang,
Geen zorgen maken mij nog bang.
 
Komt zoekt die vrede voor uw leven,
Bij Hem die zichzelf heeft gegeven.
Door Zijn overwinning op de dood:
Jezus Christus, Zijn naam is groot!  
 
De nieuwe week kan nu beginnen
Het kwaad zal niet meer overwinnen.
‘k ben nu op weg naar ’t zalig oord,
Dat Hij mij voorstelt in Zijn Woord.
Om dan te zingen, tot eer van Hem,
Met mijn vernieuwde hart en stem.