Hoor je de wind door de bomen gaan?
Hoor je de takken kraken?
Nú rammelt hij aan m'n raamkozijn
en raast hij over de daken.

Het is zo veilig, hier in mijn bed
-al hóór ik de takken kraken-.
God stuurt een engel, die elke nacht
trouw over mij blijft waken.

De wind drijft de wolken in vliegende vaart.
Zouden ze tikkertje spelen?
Wat lijkt me dat leuk, zo hoog in de lucht,
ik zou me daar vást niet vervelen.

De takken buigen zich helemaal krom,
't is of ze zullen breken......
Oeaah, wat krijg 'k nu een vrees'lijke slaap....
'k Kruip lekker diep onder m'n deken.

Zouden ze óók niet slapen gaan....
De wind en de wolken...., de bomen....?
Zouden ze óók niet.... oh, wat een slaap....
'k Ga fijn naar het land van de dromen.