God zegent je God zegent je
alzo fezelen wiebelende blaadjes
in elkanders oor - zegge het voort -
fluisteren ze om vertakt te luisteren
naar de grenzeloze Dirigent

Hij kent hun zwakste schakel
raakt wat gewond is teder aan
niets menselijks is Hem vreemd
maar ook niets Goddelijks
Hij noemt het bij naam en zegent het

Met de adem van Zijn geest