Mijn God, het blijft stormen in mijn leven
en dan denk ik wel eens hoe zo stromen van zegen.
Het is beslist geen effen baan,
waarop U mijn levensweg laat gaan.

Mijn God, ondoorgrondelijk zijn Uw wegen,
die U gaat met een mensenleven.
Hoe blijf ik in deze storm weerstaan
hou ik vast aan het geloof dat U mij niet laat gaan.

Hoe ga ik om met het verdriet en met de pijn
van een ziek kind, wat kan leven lijden zijn.
Ooit in mijn moederschoot geweven,
met toch ook een plan voor zijn kostbaar leven.

Ik mag weten, U hebt het bij de doop beloofd,
U zegt, Ik ben erbij, het teken van het water op zijn hoofd.
In het diepst verdriet, ziekte en in pijn,
hebt U gezegd Ik zal er altijd zijn.

Het stormt en dondert op mijn levenszee,
en toch zegt U, vertrouw Ik ga altijd met je mee.
Ik ben er bij in ziekte, pijn en in verdriet,
en fluistert stil Ik zie je en vergeet je niet.