Hij was hen toch zo dierbaar.
En daarom moest Hij gaan.
Zodat zij zouden getuigen
Wat Hij toch heeft gedaan.

Hij was hen toch zo dierbaar.
En daarom voer Hij naar boven
Zodat zij zouden ontvangen
Zijn Geest, die Hij hen mocht beloven.

Hij was hen toch zo dierbaar.
Toch ging Hij hen uit ’t oog.
Maar uit hun hart is Hij niet weggenomen.
Toen Hij ten hemel toog.

Hij was hen toch zo dierbaar
Wat ziet gij toch omhoog?
Zoals Hij nu heenvaart,
Komt Hij straks weder op de wolkenboog.

Naar Handelingen 1:8-11