Gebogen was je rug
en donker ook je ogen
je lachte steeds nog wel terug
terwijl je ogen logen.

Je hebt al veel teveel gezien
en teveel moeten dragen
je overleven was 'misschien'
je hart was vol met vragen.

Je bange ziel was zo verwond
je lichaam zo geschonden
en als een uitweg toch bestond
had jij die niet gevonden.

De angst verlamde al je denken
de pijn was steeds te groot
de vijand bleef je steeds maar krenken
en trok je in de goot.

De jaren trokken diepe sporen
en eisten steeds hun tol
je kon geen compliment meer horen
de angst maakte je vol.

Je lichaam kon niet vreemder zijn
kon niet meer bij je horen
je groeide en toch bleef je klein
je kon niet meer naar voren.

Alleen Gods handen konden helen
die hoop die hield je vast
Hij zou niet met jouw waarde spelen
Hij kende toch je last.

En Vader zag jouw diepe lijden
Hij trok je weer omhoog
Hij liet je langzaam wat verblijden
kuste je ogen droog.

Nu leef je weer en mag weer groeien
voorzichtig groeit er leven
je voelt dat je een mens kan boeien
je hebt zoveel te geven!
Annemarie Verdoes