Er zit een blaar vol tranen op mijn ziel
weet ik, sinds U er zo doordacht en zacht
Uw vingertop hebt op gelegd, ik dacht
mijn hart is heel, geen pijn en erg steriel

maar toen mijn oog op al die straaltjes viel
die druilen, druipen, wist ik onverwacht :
er zit een blaar vol tranen en een vracht
verdriet die driest mijn binnenkant vernielt.

Tenzij U weent in mij -die woont in mij-
omdat mijn zondendracht U heeft vertrapt
en U nu droevig toekijkt van opzij.

Ik wil niet dat de band wordt doorgeknapt,
de band van U met mij -die woont in mij-
dus, Vader, ween tot alles is ontsnapt...

Lieve Steenberghs