In ontwakend bolbloemenbed
wordt lentemuziek ingezet.

De symfonie vangt aan
met sneeuwklokjes die zachtjes
een dansend ritme slaan.
Lenteklokjes vallen schuchter in,
het begin van het lentegeluid
is wederom ontstaan.

Blauwe druifjes, herboren,
laten tinkelend belletjes horen.
Narcissen draaien hun instrument
naar de zon, de dirigent.
Na ongeduldig wachten
om trompetterend in te vallen.
mogen ze eindelijk, na zachte inzet,
in vele toonaarden gaan schallen.

Door violen begeleid, soms overstemd,
komt een compositie tot leven
die niet wordt afgeremd,
integendeel, aanzwellend voortgezet
door tulpen die kleurklanken geven.
Ook hyacinten doen dan mee,
zo ontluikt de harmonieuze symfonie
die menselijke oren bijna niet horen
tot een niet te missen bloemenzee.

Het orkest is nu goed op gang.
Het duurt dan ook niet lang
tot jasmijn, rozen en seringen,
bloemen aan talloze andere struiken
volop de lente gaan bezingen.
Het zangkoor moet nog heel even wachten,
want elke eerste voorjaarsmaand
kent warme dagen én koude nachten.

18.02.2018