duizelingwekkende gebieden
valleien en bergen onontgonnen
waar niemand mij kan volgen
een luchtspiegeling speels verzonnen

een rijk dat zich heinde en ver
uitstort in al het bestaande
ik vluchtte bewust niet meer,
ik trok binnen en hield me gaande

weg van hen die mijn gronden
uitkammen en koloniseren
op afstand is hun vloedgolf
hier wil ik onafzienbaar mezelf leren

bidden in ver reikend licht van stilte
dat mijn kloppend hart reeds openbaarde
want alleen dichtbij de Schepper
vind ik vruchtbaar grond en zorg voor de aarde