twee jonge vosjes bij een hol
de mens bouwt hun omgeving vol

een everzwijn weet niet waarheen
zoekt zijn weg tussen vangrail en steen

een zwaan die tussen bewapening nestelt
waar blijft de mens die haar omgeving herstelt

een hertenjong graast nu nog net
waar een groot bouwwerk wordt neergezet

een specht op een lantaarnpaal
waarom gebeurt dit allemaal

waar moeten deze dieren heen
zij kunnen niets met dit probleem

Gods schepping die in nood verkeert
omdat de mens haar slecht beheert

geschapen op de zesde dag
toch denkt de mens dat alles mag
Corry van Emmerik-Koenekoop