ochtenddauw van kilterag
hangend in de late nacht
valt in lange dradenpracht
als een kleed op deze dag

mistig dwarrelt najaarslicht
en verzilvert spriet en tak
glanzend glijdt een naakte slak
trekt de zomer langzaam dicht

vlammend vol van sterfelijkheid
toont Gods schepping wijd en zijd
kiemkracht door de dood bereid,
goudgeel gloort een nieuwe tijd