In het begin
het diepst geheim
zong God scheppend
een nieuw lied.

Donker was het nog
en leeg
en leven was er niet
op aarde.

Toen sprak God en werd het licht
en kwam er alom leven.

En licht scheen in de duisternis
en aardedonkere aarde
werd moedergrond, een gaarde
om te wonen, om te aarden.

Uit aarde schiep God toen
de mens als naar zijn beeld.
Hij vormde en bezielde hem
met liefde en met adem.

Zo werd het avond,
zo werd het morgen,
zo was het goed, zag God.

Maar één ding was niet goed:
hij was alleen, de mens.
Geen antwoord en geen ogen,
geen weerklank, geen gelaat.

En in het diepst geheim
nam God van zijn gebeente,
schiep God voor hem een vrouw:
een lief gezicht, een stem.

Om te zijn elkaar tot aarde
om te worden meer en meer
mens met hart en ziel en adem
elkaar trouw over en weer

om te zijn elkaar tot zegen
om te zingen een nieuw lied
om de aarde te bewonen
onder Gods oog, die 't al beziet.
Adri Kortekaas