Wond're witte winterwereld,
wond're hand van God de Heer.
Heel de schepping ligt verborgen,
't dwarrelt alsmaar meer en meer.
Glinsterende ijskristallen
glimmen in het volle licht.
'k Loop wat verder, doe m'n beide
ogen tegen 't zonlicht dicht.
'k Voel bij elke stap het wonder,
't wonder van de winterpracht.
God, Hij heeft in deze kilte
warmte in mijn hart gebracht.