Dankbaar en vol verwondering,
zie 'k de schepping om mij heen,
getuigenis van God, de Schepper,
aan ons gegeven uit liefd' alleen.

Een bloem, haar kleuren helder,
de vlinder dart'lend in het veld,
vogels zweven hoog in de lucht,
sterren aan de hemel, ongeteld.

Toch zal eens die wond're pracht,
worden opgerold gelijk een kleed,
opdat de Schepper maakt een eind,
aan alle zonden, tranen, al het leed.

Dan zal Hij maken alles nieuw,
de heem'len en de ganse aarde,
alle tranen van d' ogen afgewist,
liefde houdt voor eeuwig waarde.

Genietend van de Schepping nu,
en in Gods liefde vast geborgen,
dankbaar voor elke dag opnieuw,
zie 'k verlangend uit naar morgen!
R.v.V. 06-2008