Uit niets van niets
in aardedonker
nog geen zon, geen stergeflonker,
kwam het Woord.
Iets als een stem:
Er zij licht voortaan, zo klonk er,
en daar wérd licht: schichten, vonken
brachten leven voort
uit Hem

die al met al
voorbij het lijden
aan het einde van de tijden
met zijn Woord
zal komen ooit.
Die het licht bleven verbeiden
zien dat wat de Schriften zeiden
door zijn lichtglans wordt
voltooid.