De kerkgangers waren opgetogen, verrast en blij
Toen een ouderling hun in goed vertrouwen zei;
de predikant heeft het beroep van ons aangenomen
En zal zo spoedig mogelijk naar onze gemeente komen

De dag van dit heugelijke feit voor de gemeente breekt aan
Een bedelaar aan de weg zag velen naar hun kerkje gaan
Oud en jong netjes gekleed, vreugde op een ieders gelaat
Bedelend om aalmoes zag hij hun, in de nauwe Kerkstraat

Hoe zal de dominee wezen, een nette verschijning mogen zijn?
Is zijn preek volop boeiend, of saai, erg lang of juist klein?
Volop geroezemoes, iedereen vormt van hem een beeld
Plots stilte,..hij is er niet! wordt aan iedereen medegedeeld

Even na de schrik, zwaaien plotseling de grote kerkdeuren open
De arme bedelaar komt in vuile lompen naar binnen gelopen
Een doodse stilte valt, zijn lichaam in grote vieze armoe gekleed
Loopt heel stil het tussenpad af waarna hij de kansel betreedt

De kerkenraad in verlegenheid gebracht haalde hem er vlug af
Zeg zwerver, die kansel is voor de dominee’s met de herdersstaf
Gaat u weg, hij wordt door velen met een gefronste blik bekeken
Maar de bedelaar draaide zich om en vroeg, mag ik even spreken

Hij schraapte zijn keel en zei; ik ben uw nieuwe predikant op uw pad
Ik zat aan de kant van de weg, keek of u deze naastenliefde bezat
Jezus Christus is toch uw Liefde, u draagt dit niet uit naar elkaar!
Liefde is de preek, leert van Gods naastenliefde in dit gebaar

Nog nooit werd er zoveel in een hele kleine preek geleerd
Nu voor betraande ogen, een arme voorbijgaan is zo verkeerd
En als ze een bedelaar zagen met een vuile uitgestoken hand
Zagen ze Jezus Christus door het diepe onderwijs van hun predikant.