Waarom toch o Heer,
toont Uw schepping soms scheuren
en is ze onmenselijk wreed?
Waarom toch o Heer,
moeten rampen gebeuren
berokkent Uw schepping ons leed?
Waarom toch o Heer,
wordt een toekomst gebroken,
door het geweld van natuur?
Waarom heeft U Heer
niet Uw hand uitgestoken?
Waarom smaakt het zoete zo zuur?

Waarom werd o Heer,
een ydillisch tafreeltje
een plek van diep donkere nacht?
Waarom toch o Heer,
is de natuur soms een speeltje
van alles verwoestende kracht?
Waarom toch o Heer,
is dit niet te vermijden
Uw schepping als bron van verdriet?
Waarom toch o Heer,
is dit nodeloos lijden
en lijkt 't of U ons niet ziet?

Waarom toch o Heer
blijven wij mensen steken
in ons eeuwig 'Waarom'?
Luisteren wij wel
naar Uw Goddelijk teken?
Want U gaf ons Pasen daarom.
Help ons toch Heer
om het Pasen te delen,
de donkere nacht krijgt weer zon 
Pasen het feest
dat de toekomst zal helen
en antwoord geeft op ons 'Waarom?'