Je naam mag ik noemen,
in gedachten nog zijn.
Gemis niet verbloemen
al doet het nog pijn.
Al denk ik steeds weer:
'Wat ben ik alleen,
het doet nog zo zeer,
jij ging van me heen.'

Je naam mag ik zeggen,
je was me veel waard.
In Gods handen leggen,
je bent niet meer op aard'.
De mensen vergeten,
de tijd gaat zo snel,
van toen en niet weten,
maar ik zeker wel.

Je naam staat geschreven
In de hand van de Heer.
Bij hem mag je leven,
ik zie je niet meer.
Het uur zal eens komen:
Gods dag is dan daar.
Vervulling van dromen,
dan zien we elkaar!'