NAAR 1 KORINTIËRS 13 1 - 13



VERS 1
Er gaat een taal over de wereld,
die elk mens spreekt en begrijpt,
dat is de taal van de Liefde.
Niet iedereen wil die taal in het
openbaar spreken, want dan stelt
men zich kwetsbaar op naar de ander toe.
Vaak wordt dan met toeters en bellen
aangegeven waarom men zo is als men ( i)s.

VERS 2
Soms voel ik wat een ander voelt
en zie ik de gedachten van een ander
 in mij opkomen, en zijn er geen geheimen
meer voor mij op deze wereld, en was ik
zo sterk dat ik bergen kon verzetten, maar
heb ik echter geen Liefde voor mijn medemens,
zeggen gevoelens van en voor een ander mij niets.

VERS 3
Mijn brood wil ik met de ander delen
en mijn vorig leven wil ik ook verbranden
zodat ik rein voor de medemens sta,
maar als ik dat niet met Liefde doe,
hoef ik het helemaal niet te doen.

VERS 4+5
Als ik vervuld ben met Liefde stroomt
er genade voor de ander door mij heen,
afgunst is mij dan vreemd; zij die mijn Liefde
willen kopen, vinden mij niet thuis.
Iemand kwetsen kan ik niet en andermans
gevoelens zijn veilig bij mij; zij die
kwaad in de zin hebben, worden vergeven.

VERS 6
Als ik "besmet" ben met deze Liefde,
kom ik op voor ongerechtigheid en
wil ik dat de waarheid wordt verteld.
Door deze Liefde behoud ik mijn geloof
en hoop ik dat ik mijn medemens
ook kan "besmetten" met deze Liefde.
 
VERS 7,8,9, 10
Wat men dan ook zal voorspellen over
de Liefde, men zal altijd blijven geloven
in het voortbestaan ervan, al praat men
er nog zo slecht over, want eens komt er
een dag dat men zal moeten aanvaarden
dat deze Liefde bestaat, anders moet
men vergoed zwijgen.
Geleerden voorspellen altijd iets nieuws,
maar als men de Liefde simpel aanvaardt
leert men pas echt van het leven te genieten.

VERS 11+12
Toen ik een kind was, sprak en handelde
ik als een kind; nu ik volwassen ben
behoor ik ook als een volwassene te handelen.
Dagelijks bekijk ik mij in de spiegel
en vraag mij af wat voor mij ligt, maar
eens wordt dat raadsel onthult en
stap ik over de grens en worden
mijn gebreken voor Zijn aangezicht
blootgelegd en getoond aan een ieder.

VERS 13
Ik zal dan weten wat ik altijd al geweten
heb: geloof, hoop en Liefde is de rode
draad dat door een mensenleven loopt,
en de liefde is de leidraad die men vast
moet houden als men door het leven gaat.