De duisternis deinst direct op zij
Bij het naderen van zoveel tegenlicht
Licht dat de duisternis stil verbreekt
Het verbleekt en nu zie ik in een heerlijk vergezicht
 
De duisternis houdt de wereld in dichte mist gehuld
Maar in de lichtglans van het kruis
Wordt haar eindigheid onthuld
Vind ik bij het licht een thuis
 
De dood lijkt machtig baan te breken
En winnaar ’t allen tijd
Maar licht en leven zijn het teken
Van opstanding en eeuwigheid
 
De duisternis zal voorgoed wijken
Wanneer wij opstaan voor altijd
Om over de dood heen te kijken
Dan is het voor eens verleden, tijd
 
De Heer der heerlijkheid zal schijnen
Als de dood verzwolgen is
Zal duisternis als sneeuw voor zon verdwijnen
Daar ’t heil ons zeker is