Eens ga ik naar een land
wat mijn begrip te boven gaat
geen oog heeft het gezien
daar woont Hij, mijn rots en toeverlaat.
 
Wat geen oor heeft gehoord
nooit in mijn hart is opgekomen
een land van louter licht
overtreft mijn stoutste dromen.
 
Daar ontmoet ik mijn geliefde
zij, die mij is voorgegaan
gegrift in mijn gedachten
zij heeft altijd voor mij klaar gestaan.
 
Eens als de avond daalt
de zon in diepe rust verdwijnt
dan verschijnt een helder licht
dat nimmer dooft, maar eeuwig schijnt.
 
Het is een land van louter licht
alles is volmaakt en goed
daar heerst geen verdriet of pijn
hier wordt men met gejuich begroet.