Ik kijk omhoog,
de lucht is vol bedrijvigheid.
Wolken jagen voort,
gedreven door de wind,
verwikkeld in een heftige strijd.

Ik kijk omhoog,
de zon schijnt door de wolken,
omlijst ze met een zilv'ren rand,
tovert ze om
tot glinsterende waterkolken.

Ik kijk omhoog
en zie te midden van het geweld,
een stukje helder blauwe lucht.
Ogenschijnlijke stilte lijkt het,
wat ze ons vermeldt.

Ik kijk omhoog
en weet; God schiep het al.
Hij heeft alles in Zijn hand,
de zon, wolken, lucht en winden;
zo ook mijn leven in dit grote heelal.

Ik kijk omhoog
en weet; Zijn oog is ook op mij,
Zijn oor vangt ieder gebed.
Zijn hand baant de weg.
Hij, ja, Hij gaat aan mijn zij.