Los van alle dingen.
Los van alle aardse schijn.
Verbonden met een zijdedraad,
met alles wat ik graag zou zijn.
Beroemd, geëerd toch ingetogen,
met hoop en liefde, zo bevlogen
dat het geluk haast tastbaar is.
Niet slechts beseffen wat ik mis.
 
Leven met dat wat ik heb, genietend.
Drijven op de wind; toch niet weten
waar ik kom.
Niet willen weten of er wel
een morgen is,
genoeg vandaag om voor te leven.
Leven in een kleine kring
van liefde en verwondering.
God laat het elke dag zo wezen,
dan heb ik geen kwaad te vrezen.