Ze voelde zich op haar gemak
met het gezicht waarnaar ze keek.
En al was ze fysiek nog zwak
en haar huid nog wel wat bleek.
Ze voelde ze zich op haar gemak
met het gezicht waarnaar ze keek.

Ze voelde zich niet meer vervreemd
van de ogen die zij nu zag.
Niet meer onveilig of ontheemd.
Na de lange donkere nacht
voelde zij zich niet meer vervreemd
van de ogen die zij nu zag.

Ze voelde zich nu aarzelend vrij
van de pijn die lang zichtbaar was.
Haar ogen keken eindelijk blij
omdat ze daarin Gods liefde las.
Zo voelde zij zich eindelijk vrij
van de pijn die lang zichtbaar was.

Ze voelde zich nu één met Hem
die haar hart veranderd heeft
en innerlijk was daar haar stem
Ik weet dat mijn Verlosser leeft
Ze voelde zich nu één met Hem
die haar hart veranderd heeft.

Naar 2 Korintiërs 5:17