Twijfelen aan Gods bestaan
als onrecht is aangedaan.
In moment van intens verdriet
denk je God bestaat niet.

Bij ongeneeslijk ziek zijn
wordt het geloof soms klein.
Als je een ander lijden ziet
denk je, mijn God is hier niet.

Een kind dat levenslicht niet ziet
ben jij vervuld van dit verdriet.
Als je dit wordt aangedaan
is geloof hier even ver vandaan.

Als je ongelukkig bent
en geen warmte meer kent
of een dierbare moet missen
denk je, zal God zich vergissen.

Als je dan in gebed gaat
weet je Hij bestaat
Hij zal troost geven
en je mag rust beleven